Na mijn geboorte in het ziekenhuis bracht ik mijn eerste jaren door in Oosterwijtwerd, als tweede kind van mijn ouders Egbert Weerd en Trijn Wassing. Mijn oudere broertje was een jaar eerder geboren. Ons gezin woonde in een klein, wit huisje, direct langs het spoor aan de weg van Oosterwijtwerd naar Appingedam. Het huisje, inmiddels afgebroken rond 2021, maakte plaats voor een nieuw huisje, maar de herinneringen aan dat plekje zijn voor mij nog levendig.
In mijn herinnering had het huisje een vooreind, met een grote schuur eraan vast. Het huisje huurden mijn ouders van boer Tiessen, die in de buurt woonde. Mijn moeder had vroeger bij hem gediend en zo konden ze het huisje huren. Maar de schuur bleek ook nog een soort opslagplaats voor de boer. Iedere dag liet Tiessen grote kuipen vol etensresten van de kazerne in Appingedam bezorgen, bestemd voor zijn varkens. In de jaren ’50 was het heel normaal om voedselresten niet te verspillen, maar mijn ouders waren niet blij met de stinkende kuipen in hun schuur. Ondanks herhaaldelijke verzoeken van mijn ouders om de kuipen weg te halen, negeerde boer Tiessen hun klachten.
Op een dag kwam de ergernis van mijn ouders tot een hoogtepunt, maar niet alleen door de geur. Mijn broertje en ik waren inmiddels oud genoeg om zelf rond te lopen, en omdat de trein vaak dicht langs ons huisje reed, bond mijn moeder ons uit veiligheid met een touw aan een grote boom in de tuin. We speelden buiten, maar het viel mijn ouders op dat we vaak rond etenstijd geen trek meer hadden. Hoewel we gezond leken, snapten ze er niets van. Totdat mijn moeder ontdekte wat er werkelijk aan de hand was.
Blijkbaar hadden we met ons geklauter geleerd om de schuur te bereiken waar de kuipen met voedselresten stonden. Mijn broertje en ik hadden stiekem onze trek gestild met de etensresten uit de kuipen! Het idee alleen al doet me nu griezelen, maar destijds hadden we blijkbaar weinig bezwaar. Gelukkig kan ik me er niets van herinneren, het zijn de verhalen van mijn moeder die dit stukje geschiedenis in leven houden.
We hebben er geen ziektes aan overgehouden en verder zijn we altijd gezond gebleven. Maar voor mijn moeder was dit het breekpunt. Ze had genoeg van de stinkende kuipen en het gevaar dat we daar rondzwierven. Kort daarna zegden mijn ouders de huur op bij boer Tiessen, en verhuisden we naar ’t Zandt, waar ik nog altijd woon. Soms denk ik terug aan die tijd in Oosterwijtwerd, aan het huisje dat er niet meer staat, en glimlach ik om de verhalen die mijn moeder altijd zo levendig vertelde.
Ra-Ra wie ben ik?
In 2023 lag het terrein aan de Damsterweg er verlaten bij, totdat Bert uit Loppersum besloot dat dit de perfecte plek was voor zijn nieuwe schuur. Toen de schuur eenmaal stond, besefte hij dat de locatie nog meer potentieel had: waarom niet hier ook wonen? Met uitzicht op het prachtige Ekenstein leek het een ideale plek. Bert schakelde een architect in om een Tiny House te ontwerpen dat optimaal gebruik zou maken van het uitzicht.
De gemeentelijke regels rond Tiny Houses gooiden echter roet in het eten. De bouwvoorschriften stonden geen compact ontwerp toe, waardoor de woning langer, breder en hoger moest worden. Bert vond het prima; het gaf de architect zelfs meer ruimte om het panoramische uitzicht op Ekenstein volledig te benutten. Zo groeide het bescheiden plan uit tot een unieke woning op een prachtige locatie.
Op een koude nacht in november 2021 op het Groningse platteland werd de witte boerderij het slachtoffer van een uitslaande brand. De boerderij, al geruime tijd onbewoond, vatte vlam onder nog onbekende omstandigheden. Brandweerkorpsen uit Appingedam, Loppersum en Delfzijl waren snel ter plaatse, maar konden niet voorkomen dat het gebouw volledig verloren ging. De brandweer besloot de boerderij gecontroleerd te laten uitbranden, waarbij ze enkel konden toekijken hoe de vlammen hun werk deden.
De situatie nam een onverwachte wending toen tijdens de bluswerkzaamheden zwaar vuurwerk ontplofte binnen de boerderij. Dit leidde ertoe dat de brandweerlieden hun werk tijdelijk moesten staken uit voorzorg voor mogelijke verdere explosieven. De Damsterweg werd afgezet, en pas na uren nablussen kon de brand volledig onder controle worden gebracht.
Hoewel er geen gewonden vielen, laat de brand een zwartgeblakerd pand achter en herinnert het incident aan de gevaren van onbeheerde gebouwen en de onvoorspelbaarheid van brandincidenten.